Nog een paar maanden te gaan en dan vinden er 6 juni nieuwe Europese verkiezingen plaats. Die genieten meer belangstelling dan alle eerdere edities vanwege de groeiende politieke tegenstellingen.

Business Insider Nederland interviewt in de aanloop naar de Europese verkiezingen diverse Nederlandse Europarlementariërs over de invloed van Europa op Nederland, met speciale aandacht voor het bedrijfsleven.

Tom Berendsen (40) is de CDA-lijsttrekker bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, waar hij nu vier jaar actief is, onder meer als rapporteur Industriebeleid. De Christendemocraten gaan met hun Europese Volkspartij (EVP) een harde strijd aan in Brussel en omstreken. Ze zijn bereid om die aan te gaan, getuige de ongebruikelijke uithaal van commissievoorzitter Ursula van der Leyen naar populistisch rechts, die ze als EU-vijandig bestempelde – inclusief PVV-leider Geert Wilders,

Berendsen wordt door de CDA-vertrouwenscommissie juist een “verbinder met een breed netwerk” genoemd die in staat is “de vertaalslag te maken tussen de behoeften en belangen van Nederlanders en de complexe Brusselse besluitvorming en voorstellen vanuit het Europees Parlement”. We spreken hem over onder meer de Brusselse regelzucht en Europese industriepolitiek.

Hoe heeft u zichzelf ontwikkeld in de afgelopen jaren als Europarlementariër? Wat heeft u qua tactiek en strategie geleerd om uw invloed te vergroten?

“De belangrijkste les in het Europees Parlement die ik aan den lijve heb ondervonden: politiek is mensenwerk, zeker als je met zoveel verschillende culturen en talen en belangen te maken hebt van wel 705 Europarlementariërs.

Wil je meerderheden krijgen voor je plannen, dan zul je het gemeenschappelijk belang moeten vinden. Waar het in de Tweede Kamer in Nederland vrij eenvoudig is om de verschillende standpunten van partijen en collega’s te duiden, vergt dat in dit Europees Parlement echt verder doorvragen en goed luisteren. En dus om tot een compromis te komen waarin dat belang over de eigen landsgrenzen zit.

En de tweede les was dat ons werk hier uiteindelijk vrij overzichtelijk en saai is; namelijk dat wij die bakken wetgeving die de Europese Commissie produceert van A tot Z moeten doorspitten. Ik zie het als mijn taak te bewaken dat die voorstellen gaan werken in een dicht bevolkt land als Nederland.”

U zegt ‘bakken wetgeving’. Is er een teneur tot overregulering door de Europese Commissie?

“Ja, die neiging is er absoluut en voortdurend. Ik ben voor nauwe Europese samenwerking op grote thema’s met gemeenschappelijke doelstellingen. Echter, vanuit de Europese Commissie en sommige collega's vanuit het Europees Parlement wil men tot in detail achter de komma voorschrijven hoe we die doelen moeten halen.

We stemmen bijvoorbeeld nu over de Energy Performance of Buildings Directive, over de energieprestatie van gebouwen. Ik ben voor Europese afspraken over duurzame renovatie van flatgebouwen, overheidsgebouwen, enzovoorts. Maar dat slaat door met het voorschrijven van het aantal fietsparkeerplekken, akoestiek en lichtinval. Dat kun je prima aan gemeenten overlaten.”

Idealisme vervat in een regelreflex?

“Precies, het is geen onwil maar veel ambtenaren en parlementariërs menen dat ze de wereld kunnen verbeteren met Europese oplossingen en voorschriften. Als CDA'er vind ik het tegenovergestelde: het startpunt is om zaken zo dicht mogelijk bij mensen te regelen. Louter de grote grensoverschrijdende zaken vereisen Europese aanpak. Deze strijd is heviger geworden in de afgelopen jaren en die zal ook niet snel voorbijgaan.”

U was rapporteur Industriebeleid. Wat heeft u voor elkaar gebokst?

“Dat we in Europa meer aandacht krijgen voor strategische industriepolitiek. Dat is ook noodzakelijk voor goed klimaatbeleid. Samen kijken naar verduurzaming met bijvoorbeeld technologische oplossingen. We hebben het lang aan de markt overgelaten, maar die stimuleert verduurzaming onvoldoende. Bedrijven staan namelijk eerst voor hogere kosten die zich niet meteen terugbetalen. Dus de overheid moet mee aan het stuur zitten.

Ook mogen Europese bedrijven rekenen op bescherming op de Europese markt. De Chips Act brengt hier meer productie van geavanceerde chips, de kritieke Grondstoffen Act behelst het afbouwen van de afhankelijkheid van grondstoffen van elders. Dit betekent meer circulair werken, meer innovatie en meer eigen mijnbouw. Inderdaad een gevoelig onderwerp, maar Europa moet verantwoordelijkheid nemen.”

Heeft u daar een geldpotje aan gekoppeld?

“Veel bestaande Europese fondsen worden meer gericht op innovatie voor de energietransitie. Dus de bestaande geldpotten gaan we veel beter inzetten voor gericht onderzoek en innovatie, ook vanuit de overheid gestimuleerd. We kennen genoeg concerns die heel groot geworden zijn, omdat ze ooit begonnen overheidssteun, en dat moeten we ook voor groene technologie durven doen.

Ik werk mee aan de Net Zero Industry Act en het Strategic Technologies for Europe Platform, twee wetsvoorstellen die toezien op voldoende middelen zoals vanuit de Europese Investeringsbank.”

Op uw persoonlijke pagina neemt de havenstrategie van de EU de belangrijkste plaats in. Ik lees woorden als sabotage, spionage. Wat kan Europa doen, behalve stoere woorden gebruiken?

“De Chinese invloed in maar liefst 22 Europese havens is drastisch toegenomen, wat ons kwetsbaar maakt. De enige manier om een bres op te werpen is eensgezind Europees beleid, anders worden de havens qua concurrentie tegen elkaar uitgespeeld. We willen afspraken over begrenzing van investeringen in kritieke infrastructuur. We moeten investeringen beter toetsen en overnames kunnen blokkeren.”

Beetje laat toch, want in bijvoorbeeld Rotterdam zijn de belangrijkste terminals in Chinese handen. Of kun je China dwingen om belangen af te stoten?

“Dat is inderdaad zo en ontzettend spijtig. We zijn veel te naïef geweest. De Chinese investeringen zijn lang niet als probleem gezien, want men zag geen belang van China bij politieke en economische druk. Dat zien we nu anders, aangezien de rol van China op het wereldtoneel nog verder verandert. En dat betekent nu stap voor stap de controle over de eigen havens weer terugkrijgen.”

Spionage noemt u, kun je die tegenhouden? En wat bedoelt u met ‘sabotage’ in de havens?

“Hoogtechnologische bedrijven zijn hard bezig om het risico van spionage te verminderen. We moeten kritisch zijn op hoogtechnologische studies, zoals in Delft en Eindhoven. Bij sabotage denk ik aan de ’storingen’ en ‘onderhoudswerkzaamheden’ die in de maanden voor de inval in Oekraïne onze wintervoorraden van gas verkleinden. Je moet ook denken aan sabotage met storingen bij haventerminals waardoor je de import - en export dwarsboomt.”

Was u idealistischer toen u hier in 2019 begon?

“Nee, ik heb er altijd nuchter in gezeten. Ik heb hier eerder achter de schermen van Europese politiek gewerkt, in Breda lokaal en vijf jaar in het bedrijfsleven bij PwC dat veel met Europese wetgeving te maken had zoals voor verduurzaming.

Uiteindelijk gaat het om de vraag of wetten uitvoerbaar en effectief zijn. Dus mijn ideologie is pragmatisch: ik sta voor Europese samenwerking om onze manier van leven te beschermen op het postzegeltje wat Nederland is op wereldschaal. Dat betekent samenwerking met de landen om ons heen. En in gesprek blijven met bedrijfsleven, non-gouvernementele organisaties, enzovoorts.”

Hoe staat u tegenover de vergaande klimaatpolitiek van de Europese Commissie? Eerst hebben het CDA en de EVP de Green Deal gesteund, maar ze waren kritisch over de uitvoerbaarheid. Nu verdedigt partijgenoot Wopke Hoekstra de Green Deal. Uw directe collega Esther de Lange is zijn secondant geworden…

“Op zich is het goed dat de Europese Unie ambitieus klimaatbeleid voert gezien de belangrijke doelstellingen. Dat kunnen we alleen met de landen om ons heen. En ik vind dat wij als welvarend Westen het goede voorbeeld moeten geven.

Verkeerd vind ik het voeren van klimaatpolitiek zonder strategisch industriebeleid. Je kunt geen vergaande dwingende regels opleggen zonder met bedrijven in gesprek te gaan voor haalbare oplossingen. Onze bedrijven moeten concurrerend blijven op een wereldmarkt. Bovendien, als onze bedrijven de noodzakelijke producten niet mogen maken, dan worden ze elders op meen meer vervuilende manier geproduceerd.”

Gelijke trend met Azië en Amerika?

“Als we te ver vooroplopen, worden we afhankelijker van andere werelddelen, vooral Azië. We moeten niet de ene afhankelijkheid, van fossiele brandstoffen, inruilen voor een andere afhankelijkheid, de grondstoffen die we nodig hebben in de energietransitie. Dus daar moeten we echt een strategie op hebben.”

Hoe moet die eruitzien?

“We hopen het klimaatbeleid een beetje bij te sturen, met de nadruk op uitvoerbaarheid van wetgeving. Nu overheerst emotie met het voorstel voor een 90 procent reductie van CO2 in 2040. Kunnen we die wel halen? Wat is daarvoor nodig? Wat is de invloed op sectoren?”

Voor of tegen die Green Deal van Frans Timmermans?

“Wij waren voor een Green Deal, maar heel kritisch op een flink aantal voorstellen daaruit. Die zijn vervolgens aangepast en werkbaarder geworden, en hebben we vervolgens gesteund. Er ligt nog een aantal voorstellen die voor ons te gevoelig liggen, waardoor een akkoord niet makkelijk te bereiken is.”

Zoals?

“Neem de Natuurherstelwet, die gewoon niet robuust genoeg is en ook onvoldoende maatwerk biedt voor een dichtbevolkt Nederland. Met de lessen van de stikstofcrisis in Nederland in het achterhoofd zijn wij heel terughoudend om het opnieuw wettelijk vastleggen van doelen waarvan het maar de vraag is of we ze kunnen halen.

Bovendien: waar zitten de kansen voor de bedrijven met de Green Deal? Hoe zetten we in op groene technologie? Hoe zorgen we voor de goede basis voor betaalbare energievoorziening? Hoe creëren we voldoende ruimte op het stroomnet? Duitsland sluit kerncentrales en stookt meer kolen, daar wrikt dus doel versus uitvoering.”

Kernenergie?

“Ik ben een voorstander, op grond van de wetenschap die heel helder is over een plaats voor kernenergie in de energiemix. Ik vind de huidige discussie te ideologisch, zeker gezien de grootste energiecrisis van de afgelopen decennia in Europa. Kleine modulaire kerncentrales vormen onderdeel van de oplossing.”

Hoe staat u tegenover het terugbrengen van de grootschaligheid in de veeteeltindustrie?

“We moeten de agrarische sector perspectief bieden. Die kreeg te veel regels opgelegd die continu veranderen zodat de zekerheid van investeringen ontbreekt. Het gevolg is dat agrarische bedrijven onder enorme druk staan en families diepe zorgen over de toekomst koesteren; in een wereld met blokken tegenover elkaar en voedsel als strategisch goed.”

We kunnen fatsoenlijk boeren met kleinschaligheid zonder die schuren met 50.000 varkens. Waarom verzet het CDA zich tegen schaalverkleining?

“Ik wil niet op dierenaantallen inzetten. Nederland heeft nu eenmaal een zeer vruchtbare delta met een hoogst efficiënte, effectieve productie met hoge opbrengsten. De vraag is: hoe kunnen we de agrarische sector verduurzamen? Inzetten op innovatie, op meer balans tussen het bedrijf en de omgeving. Op sommige plekken moet je met minder dieren werken, elders efficiënter vanuit innovatie. Dat moeten we met de sector bekijken.”

Dankzij u werd de beperking van gebruik van pesticiden afgeschoten. Waarom?

 ‘’Nee hoor. Wij wilden instemmen met het voorstel dat een stuk werkbaarder was, maar een bundeling van liberalen, groenen, socialisten en extreemrechts stemde tegen.’’

Wat gaat er heel goed in de Europese politiek, maar komt onvoldoende over het voetlicht?

“Als je ziet hoe turbulent de wereld is en op sommige plekken in brand staat, dan slagen we er binnen de Europese Unie in om zij aan zij te blijven staan om onze manier van leven op dit continent te beschermen: zowel met energie als met onze steun aan Oekraïne als met het economische machtsblok. Aan alle kanten is druk van buiten en van binnen, en toch hebben dit samen voor elkaar gekregen.”

Hoe staat u tegenover de Nederlandse actuele politiek met twee min of meer afsplitsingen van het CDA, de BBB en NSC, die mogelijk een regering met VVD en PVV vormen met een anti-Europese inslag?

“Ons standpunt is helder. Als CDA zien we onontkoombare Europese samenwerking op grote onderwerpen als energie, defensie, migratie en klimaatverandering. Als klein landje kun je dat niet alleen. Tegelijkertijd deel ik hun kritiek op Europese bemoeizucht die in detailwetgeving ontaardt.”

U noemde immigratie. Kan Europa als geheel internationale verdragen opzeggen?

“Ik denk dat het belangrijker is als Europese Unie migratie onder controle te krijgen. We zetten grote stappen. Het Migratiepact gaat, als het goed is, in april definitief rondkomen. Dan gaan we vanaf 2026 aan de buitengrenzen snelle screening maken, zodat kansarme asielzoekers daar opgevangen en teruggestuurd worden en we kansrijke asielzoekers over de landen verspreiden.

Jarenlang zijn gemaakte afspraken niet nageleefd. Want er zijn drie groepen: de landen waar alle migranten naartoe willen, namelijk Noordwest-Europa; de landen waar alle migranten aankwamen, in Zuid-Europa. En de landen waar migranten niet naartoe willen en veelal niet aanklopten, in Oost-Europa.

Dit akkoord brengt die belangen samen en dit gaan we uitvoeren waarmee we echt weer grip krijgen op de migratiestroom, ook in Nederland. Al is er nog genoeg te doen, bijvoorbeeld dat landen in Afrika asielzoekers gaat terugnemen, meer migranten tegenhouden, in ruil voor hulp en dat we werken aan meer perspectief in Afrika, zodat mensen zich niet meer gedwongen voelen om de gevaarlijke oversteek te wagen.’’

LEES OOK: Europarlementariër Paul Tang (PvdA): ‘We maakten als EU een lijst van belastingparadijzen waarop Nederland natuurlijk hoog stond’